dinsdag 16 oktober 2012

Frodo Balings

Frodo Balings (Engels: Frodo Baggins) is een hobbit en de hoofdpersoon van in de ban van de ring, een boek van J.J.R Tolkien Hij is de centrale held van het verhaal, die de taak op zich neemt om de Ene Ring van het kwaad te vernietigen en zo Midden-Aarde te redden.

Frodo Balings

Frodo wordt geboren op 22 september 2968 van de Derde Era (1368 Gouwtelling) in Bokland, als zoon van Drogo Balings,
 de achterkleinzoon van Balbo Balings, en Primula Brandebok, het jongste kind van Gorbadoc Brandebok. Op zijn twaalfde
verliest hij zijn ouders bij een bootongeluk, waarna hij opgroeit op de Brandeburcht in Bokland. Enkele jaren later wordt
hij geadopteerd door zijn ‘oom’ Bilbo Balings en gaat bij hem in Balingshoek wonen. Op Frodo’s drieëndertigste verjaardag
vertrekt de befaamde Bilbo uit de Gouw na een spectaculaire verdwijntruc op zijn grootse verjaardagsfeest.
Frodo erft Balingshoek en de gouden toverring. Bilbo had deze in een onderaardse tunnel gevonden tijdens zijn
avontuur met de Dwergen van Thorin Eikenschild (zoals beschreven in het eerdere boek De Hobbit).
De Ring heeft merkwaardige eigenschappen. Bilbo werd er bijvoorbeeld onzichtbaar door en bereikte schijnbaar onveranderd
de voor Hobbits hoge leeftijd van 'elftig en één' (111 jaar). Frodo ontpopt zich als een ware erfgenaam van zijn excentrieke
 oom en maakt vaak lange eenzame wandelingen door de Gouw en heeft contact met Elfen.
 De Tovenaar Gandalf omschrijft Frodo als een parmantig Hobbit-kereltje met rode wangen, langer dan andere Hobbits,
en blonder dan de meesten. Hij heeft een spleetje in zijn kin en heeft een heldere blik
(zie: In de Ban van de Ring, hoofdstuk 10).

[bewerken]Samenvatting van Frodo's avonturen

In 1418 keert Gandalf terug naar de Gouw en onthult Frodo de waarheid omtrent zijn toverring.
Deze ‘Ene Ring’ is de door en door kwaadaardige Meester-Ring, die de duistere heer Souron in een ver verleden heeft
gesmeed, en die vervolgens verloren is gegaan. De Ring heeft zoveel macht dat vrijwel iedereen die ermee in aanraking
komt ervan in de ban raakt en tot het kwade verleid wordt. Hobbits, hoe klein en onopvallend ook, blijken echter
 meer dan andere wezens bestand tegen deze verlokkingen en daarmee is Frodo de aangewezen persoon
om Midden-aarde voor de algehele machtsovername door de herrezen Sauron te behoeden.
Hij neemt de queeste op zich om de Ene Ring in de Doemberg in Saurons rijk Mordor te gaan gooien;
de enige manier om hem te vernietigen.
Hoewel Frodo vrijwel direct weet dat hij de Gouw moet verlaten, plant hij zijn vertrek uit de Gouw zorgvuldig,
en trekt er enkele maanden voor uit; enerzijds omdat het beter is om de Gouw ongemerkt te verlaten,
 en anderzijds omdat hij geniet van de rust en eenvoud van de Gouw, en moeite heeft om zijn geboortegrond
 te verlaten. Hij verkoopt Balingshoek aan de Buul-Ballingsen, en vertrekt
(hoewel hij verontrust is over de afwezigheid van Gandalf) met zijn vrienden Meriadok Brandebok, Peregrin Toek en
 tuinjongen Sam Gewissies (die door Gandalf is ‘uitgekozen’ als zijn metgezel op zijn reis) naar Krikhol in Bokland,
 waar Frodo een huisje heeft gekocht. Al in de Gouw wordt hij geconfronteerd met de afgezanten van
Mordor (de mysterieuze Nazgûl), waardoor hij besluit om direct vanuit Krikhol verder te reizen naar Rivendel.
 Sam, Merijn en Pepijn gaan met hem mee.
Behalve de steun van zijn Hobbitvrienden krijgt Frodo gedurende zijn queeste hulp en vriendschap van
vele uiteenlopende wezens; van ‘Meester’Tom Bombadil tot Aragorn, erfgenaam van de oude Númeoriaanse Koningen.
 Frodo vindt al snel de moed om zich te verweren tegen de levensgevaarlijke Nazgûl; zowel op de Weertop als tijdens de
 vlucht naar de Voorde van Rivindel zijn zijn daden bijzonder dapper. De prijs die hij hiervoor betaalt is echter
een vrijwel dodelijke verwonding door het hoofd van de Nazgûl, die hij de rest van zijn leven met zich mee zal dragen.
In Rivendel neemt hij de taak om de Ene Ring te vernietigen definitief op zich.
 Daar wordt een reisgenootschap samengesteld om hem te begeleiden, bestaande uit leden van alle vrije volkeren
 van Midden-aarde. In Rivendel krijgt Frodo van Bilbo het kleine elfenzwaard Prik (Sting) en een Maliënhemd
van mithril dat zijn leven redt in de Dwergenmijnen van Moria. In Lothrién ontvangt hij een Elfenmantel
van de Elfenvrouwe Galadriël en een klein flesje met het licht van Eärendil, om zijn pad te verlichten op donkere
plaatsen wanneer alle andere lichten uitdoven. Het Reisgenootschap valt echter uiteen door vele gevaren.
Gandalf wordt door de demonische Bolrog de afgrond in getrokken en Boromir, de zoon van de stadhouder van Gondor,
wil de Ene Ring gebruiken als een wapen voor Gondor en komt om terwijl hij een aantal reisgenoten verdedigt tegen orks.
In de heuvels van Emyn Muil schenkt Frodo zijn vertrouwen aan Gollem, het kleine Hobbitachtige wezentje dat ooit
 de Ring heeft gedragen. Deze leidt hem en Sam naar Mordor. Frodo voelt zich verwant met Gollem, omdat deze de fatale
macht van de Ring begrijpt. Toch verraadt Gollem hem uiteindelijk en leidt hem de tunnels van de oeroude spin Shelob
 binnen, waar hij in een spinnenweb belandt. Dankzij Sam overleeft Frodo dit, waarna deze hem verder leidt naar de
 Doemberg. Frodo’s krachten zijn inmiddels uitgeput door de duistere invloed van de Ring en de barre omstandigheden
 van de reis. Op de Doemberg kan Frodo de macht van de Ring niet langer weerstaan en eist hem voor zichzelf op.
Slechts door ingrijpen van Gollem wordt de Ring uiteindelijk vernietigd; Gollem valt Frodo woest aan en bijt de
ringvinger van diens hand. In zijn vreugdedans om de Ring valt hij vervolgens in de Doemspleten,
waardoor de Ring vernietigd wordt. Frodo en Sam worden tenslotte gered door de adelaars van Manwë.
Nadat hij zijn queeste volbracht heeft keert Frodo terug naar de Gouw.
Hij speelt slechts een beperkte rol in de strijd in de Gouw en de daaropvolgende wederopbouw.
Wel fungeert hij korte tijd als plaatsvervangende Burgemeester.
 De fysieke, emotionele en psychische verwondingen die hij opgelopen heeft tijdens zijn queeste blijven
 hem echter achtervolgen. Op 22 September 1421 Gouwtelling verlaat Frodo voorgoed zijn geliefde Gouw,
waarna hij de zee oversteekt om genezing en geestesrust te vinden. Omdat hij, zoals hij tegen Sam zegt,
geprobeerd heeft om de Gouw te sparen. ‘En hij is gespaard, maar niet voor mij.
Het gaat vaak zo... als er dingen in gevaar zijn; iemand moet ze opgeven, verliezen, opdat anderen ze kunnen behouden.’
 Tezamen met Gandalf,Elrond en Galadriel, de dragers van de drie Elfenringen,en
Bilbo vertrekt hij op 29 september vanuit de Grijze Havens, naar het ‘verre groene land onder een snelle zonsopgang'.
In Peter Jacksons verfilming van The Lord Of The Rings wordt de rol van Frodo gespeeld door Elijah Wood.

[bewerken]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten